Hilversum. Pas Op! heeft
gedurende haar bestaan een groot aantal projecten gerealiseerd.
HUISJE ÔPAS OP!Õ
Het huisje
Pas Op! is een van de oudste pandjes van Hilversum en
dateert uit circa 1730. De naam 'Pas Op!' stond op de gevelsteen.
Volgens ŽŽn
van de vele oude verhalen die hierover d
e ronde deden
zou hier de beul hebben
gewoond. Maar de meest voor de hand liggende verklaring is het verhaal
over de
vroegere eigenaar, beurtschipper Jan Perk, die ruzie had met de baljuw van
het
Gooi over de benoeming van een schepen. De
gevelsteen was een waarschuwing
tegen de eigenzinnigheid van de 'hoge heren'.
Het pand
was oorspronkelijk een boerderij die later gesplitst
werd in een woning, timmerwerkplaats en winkel. Na jaren als bouwval
overleeft
te hebben dreigde het gesloopt te worden. Uiteindelijk werd het huisje
in 1982
overgedragen aan de inmiddels in het leven geroepen stichting
Hilversum, Pas
Op!
Omdat
restauratie op de oorspronkelijke plaats aan de Laanstraat
43 niet mogelijk was, werd het door leerlingen van de MTS opgemeten en
uitgetekend. Daarna werd het
afgebroken en werden de materialen tijdelijk
opgeslagen. Op een andere plek op de
Laanstraat (nr. 6) werd het daarna weer
herbouwd. Veel
vrijwilligers, waaronder Rotary leden, gingen op hun vrije dagen
stenen bikken. Maar daarnaast was er natuurlijk ook geld nodig
voor de herbouw.
Dit kwam, naast subsidies van rijk en gemeente, in de vorm van
giften in
natura
van het bedrijfsleven. Ook de indeling in twee ŽŽnpersoons
woningen leverde extra subsidie op: de HAT-subsidie voor Huisvesting
Alleenstaanden en Tweepersoons
huishoudens.
Aangezien
de stichting geen panden in eigendom
wil hebben, maar zich richt op verwerven,
restaureren en dan weer
verkopen - werd het huisje na het gereedkomen van de herbouw in 1984
verkocht
aan een woningbouwvereniging. Met de opbrengst kon HPO nieuwe projecten
realiseren. De eerste bewoners kregen op 8 december 1984 de sleutel
uitgereikt
door de burgemeester.
HET HUIS MET DE
RODODENDRONS
's-Gravelandseweg 41,
ook bekend als
het Perkhuis
Het
huis werd in opdracht van Christina Charlotta van Otterlo gebouwd in
1855
(volgens het gedenkteken van de eerstesteenlegging door haar 10-jarig
nichtje)
en is een typisch voorbeeld van een 19e eeuws
Hilversums burgerwoonhuis. Notaris Karel
Jan Perk woonde er
vanaf 1872 ca. 10 jaar. De grond waarop het huis is gebouwd was
oorspronkelijk
van zijn vader Albertus Perk.
In de
loop der tijd
hebben veel kunstenaars er onderdak gevonden, waaronder beeldhouwster Hil Andringa en houtkunstenares Maria van Kesteren.
In de
jaren zeventig van de vorige eeuw kwam de grond in handen van Matser B.V., die van plan was de villa af te
breken en op
die plek haar hoofdkantoor te bouwen.
Door
een gezamenlijke actie van de Stichting Hilversum, Pas Op! en de
gemeente
Hilversum is het uiteindelijk gelukt om het pand te behouden. De
gemeente kocht
het pand weer terug en droeg het voor een symbolische prijs van ŽŽn
gulden over
aan de Stichting Hilversum, Pas Op!, met de voorwaarde dat het binnen
een
vastgestelde moest worden opgeknapt.
De
kosten van de restauratie werden destijds geschat op 200.000 gulden,
maar
doordat er gaandeweg steeds meer en andere gebreken aan het licht
kwamen werden
die kosten aanmerkelijk hoger. Hoewel ook dit
keer veel werk werd verricht door
vrijwilligers, werden voor het vernieuwen van dak en goten en het
schilderwerk
vaklieden ingeschakeld. Met geld van o.a. de gemeente en het Prins
Bernardfonds
kon de restauratie uiteindelijk toch worden voltooid en is het in 1988
weer
door de stichting verkocht.
THEEKOEPEL BIJ DE GROTE KERK
De uit het begin
van de 16e eeuw daterende theekoepel
hoorde bij de (destijds afgebroken) pastorie van de Grote Kerk. Na de grote brand
van 1766 waren de toren
van de Grote Kerk Žn het theekoepeltje de enige nog resterende
overblijfselen
van de kerk.
In 1971 sloeg het
noodlot voor de
tweede maal toe: de kerk brandde voor de tweede keer af, nu inclusief
de toren.
Maar weer bleef het koepeltje gespaard. De
Stichting
Herbouw Grote Kerk had
na de herbouw van de kerk nog gelden over die
beschikbaar werden gesteld voor de restauratie van de theekoepel.
Hilversum,
Pas Op! adviseerde de kerkvoogdij van de
Hervormde Gemeente bij die restauratie
en zo is een fraaie vergaderruimte ontstaan die in verbinding staat met
de
consistoriekamer van de kerk.
Met nieuw materiaal is de
theekoepel zoveel mogelijk
in oude stijl herbouwd, waarbij de typische details zijn gehandhaafd. Leerlingen van de Gooise MTS vervaardigden het hang- en sluitwerk
volgens
oude handwerktradities. Als kroon op het
restauratiewerk dient de piron
van gedraaid hout, bekleed met lood. Aan het huisje heeft altijd een
buitenlantaarn gezeten. De laatste jaren lag die als oud ijzer in
de garage van
wijkpredikant J. Smit. De leerlingen van de MTS hebben zich ook over
dit
ornament ontfermd. De
theekoepel werd in 1987 weer in gebruik genomen.
BOERDERIJ VAN HOUTMAN, Langestraat 103
Het huis werd in 1767 gebouwd als "Huis Erve Hooiberg" en heeft een
lange geschiedenis. In 1860 kwam het, door een huwelijk
van dochter Petronella
van de toenmalige eigenaar timmerman en klompenmaker Wouter van
Dompelaar met
zijn meesterknecht Arend Houtman, in bezit
van de
familie Houtman die er geslachtenlang een
aannemersbedrijf
uitoefende.
In de
loop der eeuwen onderging de oorspronkelijke boerderij nog
ontelbare verbouwingen maar behield desondanks een harmonieus aanzicht.
Reden
voor de Rijksdienst
voor de Monumentenzorg om het in 1973 op de
Rijksmonumentenlijst te plaatsen.
In 1988 wist onze stichting de boerderij aan te kopen en werd begonnen
met de
restauratie naar een tekening uit 1899 van de hand van Arend Houtman. De moeizame restauratie werd mogelijk
gemaakt door
een rijkssubsidie en schenkingen van diverse fondsen. Op 1 februari
1991 was de
oplevering en in datzelfde jaar ontving Hilversum, Pas Op! de
aanmoedigingsprijs van de gemeente Hilversum, waarmee het
gemeentebestuur haar
waardering voor het werk van onze stichting tot uiting bracht.
Over de
geschiedenis van de boerderij en haar bewoners is een boekje geschreven
door mevrouw L.J. Westermann.
BEGRAAFPLAATS
GEDENKT TE STERVEN
In de Oude Torenstraat, achter de Grote Kerk, ligt Hilversums
oudste nog bestaande begraafplaats ÔGedenkt te StervenÕ. Het was een
der eerste buitenbegraafplaatsen van Nederland. Die benaming
ÔbuitenbegraafplaatsÕ klinkt wat merkwaardig: de ingang is in de Oude
Torenstraat,
en dat is voor onze begrippen toch midden in het dorp. Maar eind achttiende
eeuw lag de dorpskern in de richting van de Groest
en
de Grote Kerk lag daarbuiten, aan de rand van het dorp.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw trachtte men het
tij te keren: de Bond
Heemschut organiseerde een paar werkkampen waar jonge mensen de
begraafplaats
en graven schoonmaakten. Onze stichting heeft het gemeentebestuur er
gelukkig
van kunnen overtuigen
dat dit verloederde stukje historie Hilversum
onwaardig
was en restauratie noodzakelijk. Uiteindelijk wist de stichting de
benodigde
subsidies los te krijgen en werd met praktische hulp van - alweer -
leden van
de Rotaryclub Hilversum de begraafplaats opgeknapt. Na de
feestelijke
heropening in 1996 werd de begraafplaats overgedragen aan een nieuwe
stichting
- De Hof - die het voor 50
jaar in
erfpacht kreeg. Door De Hof is een aantal 'monumentjes' geplaatst
en zij
organiseert soms kleine culturele evenementen.
HISTORISCH
BUURTJE LAANSTRAAT E.O.
Het
gebied tussen Laanstraat
en Kruissteeg staat bekend als het historische
buurtje. Hier ligt ook het ontstaan van onze stichting: het huisje Pas
Op! Nadat dit huisje was
herbouwdis in
gezamenlijk overleg tussen HPO en het gemeentebestuur van
Hilversum een plan
ontwikkeld om gestalte te geven aan deze "historische buurt".
Een
rehabilitatie van het historische beeld van Hilversum samengebald in
een kleine
enclave in het Hilversumse centrum. Het
plan is in
verschillende fases uitgevoerd.
Naast het huisje Pas Op! zijn
hier in de loop der tijd verschillende panden
gerestaureerd en/of herbouwd:
¥ Laanstraat
10 in Hilversum bekend als 'de winkel van Calis' omdat hier jarenlang
de winkel van loodgietersbedrijf Calis was gevestigd.
¥ het door de bouw van de Hilvertshof afgebroken vroeg 18e eeuwse pand Zeedijk 24 waarvan het afbraakmateriaal gelukkig bewaard is gebleven samen met opmetingsschetsen
¥ de z.g. Witte Boerderij, een stadsboerderij met een bijzonder gevormde voorgevel (een kruising van een trap- en een klokgevel) die voorheen in de Zon en Maanstraat stond. Het staat nu op de hoek van de Nieuwe Laanstraat en Veerstraat
¥
reconstructie van het Fabrikeurshuis dat
op de Groest
102 heeft gestaan. Dit
pand was jaren
daarvoor Ð ondanks dat het een Rijksmonument was - gesloopt ten behoeve
van de aanleg van een particulier
parkeerterrein. Gelukkig werden we voor de
sloop in de gelegenheid gesteld het huis op te meten en in kaart te
brengen. De
oude monumentale voordeur met omlijsting werd omstreeks 1985 ÔgeredÕ
door een
van de bestuursleden van ÔHilversum, Pas Op!Õ. Het huis is nu te vinden
op
Nieuwe Laanstraat nr. 8
Na de
realisatie van fase 2 van dit plan is de betrokkenheid van Hilversum
Pas Op!
be‘indigd. Wel worden de bij fases 1 en 2 betrokken projecten nog
steeds
gevolgd op het gebied van overeengekomen afspraken.
Ontwerp: gemeentearchitect Piet Andriessen, de voorganger
van
Dudok.
Het huisje stamt uit 1903 en was gebouwd als opslagplaats van
straatvuil dat door
de gemeentelijke straatvegers werd aangevoerd. Daarnaast was een
kleiner deel
van het gebouw
bestemd voor "brandbluschmiddelen":
daar stond een
brandspuit met slangenwagen.
Eind
jaren 80 werd gevreesd dat dit voor Hilversum unieke
gebouwtje zou moeten verdwijnen omdat het al tijden functieloos stond
te
verloederen. Vanaf dat moment
heeft onze stichting gezocht naar mogelijkheden
om dit markante vakwerkhuisje te kunnen behouden. Al snel werd
duidelijk dat de
gemeente het plan voor behoud zou steunen mits Hilversum,
Pas Op! garant zou
staan voor een zorgvuldige restauratie. Onder die voorwaarden was de
gemeente
bereid het pandje
aan de stichting te verkopen. Het vinden van een passende
toekomstige gebruiker/eigenaar was een lastige klus voor zo'n klein
gebouw.
Maar ook dat lukte uiteindelijk. De stichting kocht het gebouwtje in
2005 en
verkocht het bijna gelijktijdig door aan Piet Vonk onder de met de
gemeente
overeengekomen voorwaarden. Na afbraak en herbouw volgens de
oorspronkelijke
bouwtekeningen doet het sinds 2006 dienst als kantoor voor Vonk
Bouwpartners
Engineering.
Molenaarshuisje
Õs-Gravelandseweg 70-72
Het
eenvoudige huisje is in 1852
gebouwd als woonhuis bij de korenmolen "De Ruiter" die van 1852 tot
1921 op het terrein achter de molen heeft gestaan. Omstreeks 1919
maakte
omliggende bebouwing en de groei van bomen het onmogelijk voldoende
wind te
vangen om de molen te laten functioneren. Twee jaar later werd de molen
noodgedwongen gesloopt en kwam het terrein, inclusief de woning, in
handen van
de heer Heukensfeldt
Slaghek. Deze begon hier een garagebedrijf, waarvan de tot op heden nog
aanwezige muurreclame met de tekst "Boxengarage" een gevolg was.
In haar vergadering van 4 april 2013 oordeelde de commissie voor
Welstand en
Monumenten van de gemeente Hilversum: "De commissie staat positief
tegenover het verzoek om de voormalige molenaarswoning te beschermen.
Hoewel
het jammer is dat de context (de molen) is verdwenen gaat het hier om
een beschermenswaardig
pandje,
waarvan de kracht de eenvoud is; het betreft een mooi voorbeeld van de
eenvoudige architectuur van die tijd. De commissie sluit aan bij de
motivering
voor bescherming in de gezamenlijke brief van de Hilversumse Historische Kring Albertus
Perk en de
Stichting Hilversum Pas Op!".
Bescherming
Omroepgebouwen
Nadat de omroepen
AVRO, KRO en
NCRV hadden besloten gezamenlijk een nieuw pand te betrekken (het AKN
gebouw
aan de 's-Gravelandseweg), kwamen hun
voormalige
gebouwen vrij en werden verkocht aan projectontwikkelaars. Omdat
gevreesd werd
dat de plannen van de projectontwikkelaars het unieke karakter van deze
historische gebouwen wel eens zou kunnen aantasten heeft Hilversum, Pas
Op!
ervoor gezorgd dat ze op de voorlopige monumentenlijst van het Rijk
terecht
zijn gekomen. Thans hebben de gebouwen de status van Rijksmonument.
De voormalige
AVRO-studio's aan de 's-Gravelandseweg
50-52 is een ontwerp van de architecten B. Merkelbach
en Ch.F. Karsten. Het
complex werd geopend op 5 juli 1936. In de periode 1937-1940 volgde
uitbreiding
met een kantoorvleugel (Hoge Naarderweg)
en aan de
andere kant van het Melkpad werd kort
daarna een
tweede complex gebouwd onder dezelfde architecten. Naar de vorm kreeg
het de
bijnaam "vioolkist". De 2 gebouwen werden verbonden door een tunnel
onder het Melkpad.
Landgoed
Zonnestraal werd in 1919 aangekocht door de Stichting
Diamantbewerkers Koperen Stelenfonds "Nieuwe Levenskracht" om er een
arbeidskolonie voor tbs-pati‘nten in te richten.
Het geld werd bijeengebracht door het verzamelen van de kapotte koperen
steeltjes, waarmee de diamanten werden vastgezet voor de bewerking en
het terugwinnen
van diamantpoeder uit het boort (afvalproduct van het slijpen). Het
procedŽ
hiervoor werd ontwikkeld door de Delftse
chemicus
Henri ter Meulen, naar wie een van de pati‘nten-paviljoens is vernoemd
(Ter
Meulenpaviljoen).
Nadat de "Vereeniging Zonnestraal" in 1927 een eeuwig durende
erfpacht had verkregen werd een jaar later het sanatorium geopend. In
1931 kwam
de koepel (architecten: B. Bijvoet en J. Duiker) gereed, bedoeld als
huisvesting voor 18 dienstmeisjes, met voor elk een afzonderlijke
zit-slaapkamer.
In 1995 is de koepel gerestaureerd door een groep studenten van de
studentenvereniging Stylos van de
Faculteit Bouwkunde
van de Technische Universiteit Delft en is thans in gebruik als
bezoekerscentrum en tentoonstellingsruimte. In 1996 kreeg het de Pas Op
Trofee
voor deze restauratie.
Directiehuisje
Sportpark
Het
stempel dat stadsarchitect Dudok heeft gedrukt op Hilversum
is onuitwisbaar, of moet dat tenminste zijn. Zo ontwierp hij ook, als
een van
zijn eerste projecten in Hilversum de tribune van het
gemeentelijk sportpark
aan de Soestdijkerstraatweg. Naast de tribune staat het houten
directiegebouw,
eveneens van Dudok. Dit gebouw met een afgewogen vlakverdeling met
houten en
bakstenen delen in de gevel is afgedekt met een flauw hellend rieten
schilddak.
Opvallend zijn de horizontale raambanden met roedeverdeling direct
onder de
kap. Het voor Dudok kenmerkende kleurgebruik, groen, geel en oranje
sluit
naadloos aan bij de tribune.
Op basis van Dudok's ontwerp uit 1925 vond
er In 2000
herbouw plaats onder leiding van architect C.R. (Baddy)
Hartman en is thans het kantoor van Castanea
bedrijfsmakelaars.